Bloedzuigende parasietenplaag

Ik krijg een Whatsappje van M. met de tekst: ‘Dit ga je niet leuk vinden.’ Een schaterlachende emoticon en vervolgens een link naar een artikel op internet. Het artikel is in het Noors, maar ik zie al snel de woorden: Pest, Plage, blodsugende, parasitt. Ik lees nog even verder, geholpen door Google Translate, maar al snel ben ik kotsmisselijk en in staat om subiet alle spullen in de auto te pakken en terug te rijden naar Nederland.

Wat er aan de hand is? We gaan even een stukje terug in de tijd. Gisteren.

We zijn de Trollkjerke aan het wandelen. Een naam die mijn verbeelding op hol laat slaan. De Trollenkerk. En ja, wonderlijk genoeg voldoet de tocht aan mijn verwachtingen. We beklimmen gaandeweg een grillige, langgerekte kathedraal van rotsformaties. Overal zijn geheimzinnige rotsspleten en donkere holen, verstopt onder dikke mosdekens. Waterdruppels vangen het kleine beetje licht dat daar doordringt en zorgen voor een mysterieus geflonker in de spleten en holen. Elk moment verwacht ik beweging te zien die de aanwezigheid van leven verraad. Al weet ik beter, al ben ik ruimschoots mijn kinderjaren ontgroeid, toch hoop ik stiekem nog altijd dat ik het mis heb en sprookjes tot leven komen.

De kinderen klimmen enthousiast als volleerde berggeitjes de steile paadjes op en af en hebben door de afwisseling van het terrein niet door wat een enorme afstand ze aan het lopen zijn. Daar moeten we wel erg aan wennen. Een wandelroute hier is over het algemeen een stuk langer dan in Nederland. Ook is er vaak maar 1 route te volgen, omdat er maar 1 gemarkeerde route is. Je kunt natuurlijk ook je eigen weg zoeken door het terrein, maar dat durf ik nog niet echt aan. Je zult hier maar verdwalen zeg… Je kunt hier dagen lopen zonder ook maar iets van de bewoonde wereld tegen te komen.

Bovendien heeft een lokale boer ons verteld dat hier een roedel van twintig wolven rondloopt. Je moet er toch niet aan denken, dat die je pad kruist… Al lijkt het me ook ongelofelijk kicken om zo’n roedel met eigen ogen te zien. Maar dan liever op veilige afstand en zonder onze keffende labra-teck die de jachtdrift en agressie van de wolven aanwakkert. Dus, we blijven voorlopig maar veilig op het pad. Hoewel dat pad vaak ook niet meer is dan een nauwelijks zichtbaar wildpaadje.

We zijn ruim drie uur onderweg als we allemaal gelijktijdig belaagd worden door een raar soort bruine vliegjes. Als je ze wilt pakken, drukken ze zich helemaal plat op je huid, waardoor je vingers geen greep kunnen krijgen op hun lichaampjes. Slechts met moeite en hulp van elkaar krijgen we ze te pakken. Ze kruipen snel je haren en kleren in en daar laten ze zich nog moeilijker vangen.

Eerst doen we er een beetje lacherig over, het lijkt erop dat ze geen kwaad doen, ze steken niet ofzo, maar al snel krijgt een paniekerig gevoel greep op ons allen. Het zijn er wel veel en dat gekriebel overal… A. en J. zetten het op een gillen en racen met hun armen flapperend om ons heen. Ik zet mijn rugzak op de grond en ga snel op zoek naar de verbanddoos. Daar zitten anti-muggenspray in, wie weet helpt dat. Niet dus. Het enige dat helpt is stevig doorlopen, want zodra je stil staat wordt je belaagd door die etterbakken.

De rest van de wandeltocht kost het ons extreme moeite om nog te genieten van de tocht. Thuis gekomen laten we snel het bad vollopen en dompelen onze kinderen daarin onder. Terwijl zij elkaar in bad als chimpanseetjes vlooien, bevrijden wij elkaars haar van die halsstarrige beestjes. Het duurt een poosje voordat dat paniekerige gevoel een beetje verdwenen is. Nog steeds lijkt het erop dat de beestjes niets doen, we voelen in ieder geval niets, maar toch hebben we er een onbehaaglijk gevoel bij. Ik kan die nacht de slaap maar moeilijk vatten en denk telkens dat ik nog zo’n beest in mijn haren voel lopen.

Degenen die mij kennen, weten van mijn belachelijke fobie voor mieren af. Dan moet je vooral aan een bosrand in Noorwegen gaan wonen, hoor ik jullie zeggen. Elke dertig meter een nieuw, manshoog mierennest hier. Maar in de loop van de jaren is deze fobie langzamerhand behapbaar geworden. Door de grenzen steeds een beetje op te rekken; desensibilisatie, maar vooral door de komst van de kinderen. Ik mág/kán gewoon niet meer in paniek raken, want ik kan de kinderen niet in de steek laten. Waar ik het eerder hysterisch op een lopen zette (dat heeft zelfs ooit eens bijna mijn leven gekost, doordat ik bijna een ravijn in rende ) of weigerde ook nog maar een stap te verzetten als ik zo’n miljoenenflat van mieren zag, kan ik er nu op een meter afstand voorbij lopen. Ik moet niet naar de bult kijken, want zodra ik al die honderden mieren door elkaar heen zie friemelen, tsja… dan slaan bij mij de knoppen nog steeds door. Ik heb het gewoon niet zo op al dat gekrioel en die massale aantallen. Zo heb ik ook grote moeite met grote aantallen rare vliegjes die overal in kruipen.

En dat blijkt hier dus een plaag te zijn, volgens het artikel dat M. me stuurde. Het is de hertenluisvlieg.

De hertenluisvlieg (Lipoptena cervi) is een parasiterende vliegensoort uit de familie van de luisvliegen. De hertenluisvlieg is relatief klein, volwassen exemplaren zijn ongeveer 3,5 tot 5 millimeter groot. Ze zijn roodbruin van kleur en hebben een platte en leerachtige kop, borststuk en achterlijf, bedekt met stugge, donkere haren. Door hun platte en elastische lichaam is het erg lastig om een hertenluisvlieg te verwijderen. De buik is groengeel, met lichtbruine vlakken op de achterste segmenten. De poten van deze vlieg zijn fors en zijn voorzien van stevige haakjes. De vlieg wordt door zijn uiterlijk vaak voor een spin aangezien.

Na de landing op een gastheer werpt de hertenluisvlieg zijn vleugels af en graaft zich een weg door de vacht naar de huid van het dier. De vlieg voedt zich nu gedurende 15 tot 25 minuten met het bloed van de gastheer en gaat vervolgens op zoek naar een partner. Na een tijd zal het zwangere vrouwtje zich een tweede keer voeden met het bloed van de gastheer en gaat vervolgens op zoek naar een geschikte plek voor haar larve. Het is niet bekend hoeveel larven een hertenluisvlieg produceert.

Het is niet ongewoon wanneer een hertenluisvlieg op zoek naar bloed een mens steekt. Deze beet is in eerste instantie pijnloos en wordt zelden opgemerkt. Er is echter beschreven dat zich soms ter plaatste een infectie met de bacterie Bartonella schoenbuchensis ontwikkelt. Op de gebeten plek kan zich binnen drie dagen dan een rode, harde bult vormen, die intens jeukt. Deze jeuk zal pas na 14 tot 20 dagen voorbijgaan, de bult kan een jaar lang zichtbaar blijven. Over het algemeen heeft de beet van de hertenluisvlieg voor mensen geen schadelijke gevolgen.

Bij sommige dieren kan een beet van een hertenluisvlieg echter wel schadelijk zijn. Bij honden kunnen ernstige ontstekingen ontstaan en er zijn gevallen bekend dat gebeten paarden ernstige symptomen van koliek kregen. Duitse onderzoekers hebben ontdekt dat herten ziek kunnen worden wanneer zij zijn geïnfecteerd met Bartonella schoenbuchensis.

Bron: Wikipedia

Hartstikke interessant en boeiend beestje dus. Maar ik was liever in het ongewisse gebleven. Waarom die rotzak van een M. het nodig vond om me deze informatie te verschaffen, is mij een raadsel. Of nee, niet echt eigenlijk, want hij laat geen kans voorbij gaan om mij op de kast te jagen en hiermee wist hij dat dat zéker zou lukken. Ik zie de grijns op zijn gezicht al voor me, terwijl hij dit berichtje naar me stuurde. Nou, het lachen zal hem nog wel vergaan, wanneer hij straks een leeg huis treft. Dan vermaakt hij zich maar alleen hier in Noorwegen.

Een uur later is mijn hysterie tot controleerbare proporties gezakt en is er geen haar meer die denkt aan nu al terugkeren naar Nederland. Maar de volgende keer mag hij die beestjes zelf uit z’n haren plukken. Dát zal hem leren!

Hoe we het probleem met die vliegjes gaan oplossen, de volgende keer dat we gaan wandelen, moet ik nog verzinnen. Imkerkappen misschien? Dan loop je wel een beetje voor gek, maar je komt toch geen mens tegen in de bossen…

Goh…

… daarom dus.

 

 

 

Spread the love

2 gedachten over “Bloedzuigende parasietenplaag

Geef een antwoord

Specify Google Client ID and Secret in the Super Socializer > Social Login section in the admin panel for Google Login to work

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.