Strafbaar

Weer sta ik tot mijn enkels in ijskoud water, met slijmerige algen en kriebelbeestjes tussen mijn tenen. Gehaast peddelt een ruggezwemmer zich over mijn grote-teen-gebergte en verdwijnt in wat groenige slierten, die aan mijn kleine teen zijn vast blijven haken. De teen die normaal gesproken altijd precies achter de poot van een tafel blijft haken, waardoor je de eerste minuten vloekend door de grond gaat van de pijn en vervolgens wekenlang mankepotend door het leven gaat. Een onding, inmiddels ook niet meer herkenbaar als teen, want ietwat vergroeide breukjes maken er een onregelmatig zootje van. Als het aan mij ligt, mag hij er af. Direct. Nergens goed voor dat ding. Zo nu ook. Ik pluk de slierten tussen mijn tenen vandaan en zet mijn voet weer behoedzaam neer.

Een weerspiegeling beneemt me de adem. Even zie ik mijn moeder rimpelen op het wateroppervlak. Terwijl ik krampachtig dat beeld probeer vast te houden, maakt ze langzaam plaats voor mijn postuur en gezicht. Een koud briesje aait mijn gezicht.

Dit keer is er gelukkig geen zachte bodem waar je tot je knieën in zakt als je maar lang genoeg blijft treuzelen, maar grote, grove basaltstenen bedekken de bodem. Die hebben het voordeel dat ze je gewicht kunnen dragen, maar dan wel weer het nadeel, dat die oneffenheden zacht gezegd niet prettig aanvoelen. De eeltlaag van een zomer lang op blote voeten lopen, is inmiddels weer verdwenen en de grillige randen van de stenen snijden in mijn voetbedden.

De pijn negerend, reik ik met het boterhamzakje waar de hondenkoekjes voor onderweg in zaten, naar de grote kluit en probeer een deel van die kluit in het zakje te krijgen, maar het stevige slijm houdt de boel goed bij elkaar. Ik trek de klont voorzichtig een beetje uit elkaar en hoop dat de eitjes intact blijven en ik geen babymoorden op mijn conto kan bijschrijven. Het kost wat tijd maar uiteindelijk lukt dit en tevreden loop ik even later verder met in mijn rugzak een zakje kikkerdril. Ik kan onze jaarlijkse kikkerdril-belofte aan mijn kinderen weer waarmaken.

Het zakje lekt een beetje. Na een poosje hebben de druppels de stof van mijn broek doordrenkt en voel ik het vocht in mijn bilnaad lopen. Nadrukkelijk probeer ik niet te denken aan alle beestjes en bacteriën die zich nu explosief vermenigvuldigen tussen mijn warme billen.

Ooit heb ik eens gezien hoe snel dat kan gaan. Een filmpje van een petrischaaltje met slootwater onder een microscoop, weet-ik-hoeveel-keer vergroot. Een warme lamp versnelde dit effect. Waarschijnlijk was het filmpje ook versneld weergegeven, maar ik weet nog dat ik kotsmisselijk en walgend naar al die krioelende, explosief vermenigvuldigende, enge, buitenaardse beestjes heb zitten kijken. Ik heb er maanden nachtmerries over gehad en heb nog steeds iets tegen slootwater. Het slaat nergens op, want de gemiddelde deurkruk bevat meer bacteriën, maar die heb ik niet gezien onder de microscoop. En wat ik niet gezien heb, bestaat niet. Maar die aliens op dat petri-schaaltje heb ik nou eenmaal wél gezien en die krijg ik niet meer van mijn netvlies.

Thuis verlopen de geboortes voorspoedig en al snel zwemmen er visjes in de speciekuip. Een aantal vangen we en zetten we in een grote kom op tafel om het proces van nog dichterbij te kunnen bekijken. Ook hier heeft de warmte invloed op het groeiproces en al snel zijn de kikkervisjes op tafel reuzen vergeleken met die in de speciekuip buiten.

In mijn enthousiasme over dit wonder plaats ik een oproepje op Facebook.: Kikkervisjes op te halen!

Elk kind zou dit wonder van dichtbij moeten kunnen zien! Zo leerzaam! Zo bijzonder! Ik krijg een aantal enthousiaste reacties en ook een leerkracht heeft interesse. Maar wat ik niet had voorzien is dat er zich vervolgens een discussie ontwikkeld, zowel op Facebook als op school en daarbuiten, over of dit wel of niet mag. Wettelijk gezien. De uiteindelijke conclusie zorgt ervoor dat ik in allerijl mijn goedbedoelde berichtje van Facebook afhaal en alle scholen in de nabije omgeving alle kikkervisjes onverwijld de sloten in mikken, tot groot verdriet van de kinderen. Tot zover mijn goede bedoelingen.

Met kloppend hart zit ik vervolgens de hele week te wachten tot de dierenbescherming mij op komt halen en in de boeien slaat. Ik ben immers strafbaar bezig geweest. Wanneer dat uitblijft, besluiten wij de kikkervisjes samen met de kinderen weer terug te brengen, naar waar ze vandaan komen. Dat zouden wij normaal gesproken ook hebben gedaan, alleen nu wat eerder. De lol is er af.

De kikkervisjes worden overgeheveld in een emmer en met deze tussen mijn voeten in de auto gaan wij op pad. We vertrekken tegen de avondschemering in de hoop dat het niet opvalt dat wij verboden smokkelwaar bij ons hebben. We voelen ons zware criminelen. Om de vindplek te bereiken zullen we echter eerst nog een heel eind moeten wandelen, dus besluiten we het er dan ook van te nemen en brengen hoopvol onze camera’s mee. Wie weet spotten we wat wild.

Wanneer ik de auto uit wil stappen, blijft mijn toestel onhandig hangen in de gordel. Ergens in de volgorde van gordel vastzetten en camera om mijn nek hangen ging er iets mis. Hoe ik het voor elkaar heb gekregen weet ik niet, maar de boel zit in de knoop. Geërgerd en gespannen door onze misdadige onderneming ruk ik aan de riem van het toestel.

Deze schiet los, zo onverwacht, dat ook mijn camera uit mijn handen schiet en recht in de emmer met kikkervisjes valt. De kracht waarmee dat gebeurt veroorzaakt een enorme plons en grote spetters met daarin kikkervisjes schieten omhoog, het plafond, het dashboard, de stoelen en mijn kleren op. De kikkervisjes blijven kleven aan de stoffering die het water opzuigt en de kikkervisjes hulpeloos vastplakt.

Ik krijs hysterisch vanwege mijn geliefde camera die nu vast nooit, nooit! weer een mooie plaat zal maken. Onze kinderen gillen hysterisch vanwege alle zielige kikkervisjes. Mijn man vraagt zich af HOE IN GODSNAAM IK DAT WEER VOOR ELKAAR KRIJG!

We staan aan het eind van een doodlopende weg. In de nabije omgeving is gelukkig geen mens te bekennen om mee te genieten van deze chaos. Echter ook geen wild meer. Vogels vliegen op, herten vluchten het struikgewas in en hazen kiezen…. juist… het hazenpad. Vlug trek ik de camera met een ruk uit de emmer en slinger deze als een idioot in het rond, hopend al het vocht er als een soort centrifuge uit te slingeren. De kinderen plukken huilend alle kikkervisjes uit de bekleding van de auto en mijn man beent happend naar adem een paar meter van de auto weg.

Nadat alle kikkervisjes uit de bekleding zijn geplukt, gaan we dan toch uiteindelijk op pad. Bij de poel aangekomen, blijkt die verdwenen te zijn. Geen water te bekennen. Niets, nergens. Opgedroogd. Opgelucht constateer ik dat we de kikkervisjes dus gered hebben door ze mee te nemen naar huis. Min of meer. Afgezien van het vergeten kikkervisje dat nu naar adem ligt te happen in de bekleding van de versnellingspook.

We vinden verderop toch nog een geschikte, wat diepere kikkerpoel en laten in een soort plechtige stemming de emmer leeg lopen. Er heerst een ware begrafenisstemming. Op de terugweg leg ik uit aan de kinderen dat dit het laatste jaar is dat we kikkerdril hebben. Dat het niet meer mag. Omdat de kikkers beschermd zijn. Omdat ze bedreigd worden. Door de mens. Die hun leefruimte stukje bij beetje inneemt.

De kinderen zijn onder de indruk en voor de verandering eens heel stil. Dan zegt mijn dochter met een heel klein bibberend stemmetje: “Maar deze hebben we toch eigenlijk gered? Want anders waren ze toch opgedroogd? Dan waren ze niet eens geboren geworden!” Ik aarzel heel even, maar glimlach dan breed. “Nou en of! We zijn echte dierenredders!”

Opgelucht komen de kinderen weer in beweging en jakkeren de dijk op, steken stokjes in molshopen, plukken paardebloemen voor de konijntjes thuis, prutsen slakjes uit de modder, denderen buiten de paden door het bos, springen over slootjes en halen natte voeten, keilen steentjes in het water, vinden een volhardende paddenstoel in een boomstronk, verjagen per ongeluk een fazant, staren diep in een vossenhol en pluizen uilenballen uit elkaar. Vast verschrikkelijk strafbaar bezig. Onze trots. Ons alles.

*

Ontvang nieuwe Piekjes per email:

Spread the love

Geef een antwoord

Specify Google Client ID and Secret in the Super Socializer > Social Login section in the admin panel for Google Login to work

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.